Vandaag heb ik een heerlijk recept voor sushirijst en geef ik je wat suggesties voor heer-lijke vegan vullingen. Voor ik mijn eetpatroon veranderde was ik al dol op sushi en toen stond een plantaardige variant al vaak hoog bij de favorieten op mijn lijstje. Bij sushi denkt men echter al vaak aan rauwe vis of een andere variant met vis. Maar wist je dat plantaardige sushi net zo lekker kan zijn? Zeker met een lekker pittig sausje zoals Sriracha! Inmiddels heb ik al heel wat sushi gerold maar ik kan me voorstellen wanneer je dit nog nooit hebt gedaan dat dit je ervan kan weerhouden om zelf aan de slag gaan. Daarom leg ik je hieronder uit hoe je de meest simpele manier gebruikt en wat je hier allemaal voor nodig hebt. Klaar? Daar gaan we!
Wat heb je nodig voor 4 personen?
10 norivellen, te koop in de supermarkt of bij de Aziatische toko
500 gram sushirijst, te koop in de supermarkt of bij de Aziatische toko
6 el rijstazijn
4 tl suiker
2 tl zout
750 ml water
sojasaus
wasabi
zwarte sesamzaadjes
een rolmatje
Voor de vulling:
2 grote avocado’s of 4 kleine
een mango
1 a 2 bosuitjes
1 rode paprika
Voor de Sriracha mayonaise:
3 el Remia mayolijn
2 tl sriracha
1 tl ahornsiroop
1. Was als eerst de rijst grondig. Dit duurt zo’n 10 tot 15 minuten. Ik doe dit met behulp van een zeef en een grote kom. De kom vul ik met water en rijst en was dan de rijst met mijn handen. Het water is in eerste instantie troebel door het zetmeel maar als je lang genoeg wast en spoelt word het water steeds helderder. Laat de rijst 15 minuten uitlekken in een vergiet of zeef. 2. Terwijl je wacht op de rijst kan je intussen je rijstazijn mengsel maken. Doe de azijn samen met het zout en de suiker in een pannetje en verhit op een laag vuur totdat de kristallen zijn opgelost. Zet dit opzij voor later. 3. Vul een grote pan met dikke bodem met het water en de rijst. Breng aan de kook en zet dan het vuur laag met de deksel op de pan. Laat 10 minuten zachtjes koken. Dek dan af met een theedoek en het deksel en laat de pan 10 minuten staan. 4. We kunnen bijna rollen! Doe de rijst in een lage liefst houten of bamboe schaal en giet het rijstazijn mengsel erover heen. Schep door maar maak de korrels niet kapot. Wat hulp hierbij is makkelijk want wapperen met bijvoorbeeld een tijdschrift zorgt ervoor dat de rijst snel afkoelt. Laat staan tot de rijst op kamertemperatuur is. 5. Snij alvast de ingrediënten in reepjes zodat ze straks netjes in de sushirol passen en meng in een schaaltje alvast de mayonaise, Sriracha en ahornsiroop.
De rijst kan je ook ’s ochtends maken en afdekken met een vochtige theedoek totdat je de rijst gaat gebruiken.
6. Zet een bakje met water neer en maak je hand nat voordat je een handje rijst pakt, zo blijft de rijst niet zo aan je handen plakken, Leg je matje neer en een norivel met de gladde kant naar beneden er bovenop. Bedek voor 3/4 met een laagje rijst. 7. Smeer in het midden van de rijst van links naar rechts wat wasabi en Sriracha saus naar smaak en leg ook hier in het midden je vulling. 8. Pak het matje met het vel beet en vouw dit als het ware over de vulling. Trek dan voorzichtig het matje er tussenuit en rol met het matje verder totdat je sushirol dicht is. Practice makes perfect.
Leg opzij en herhaal! Snij de sushirol eerst doormidden met een vochtig scherp mes en snij dan iedere helft in drie stukjes. Strooi er geroosterd sesamzaad over en serveer met sojasaus. Je kunt variëren door soms een half norivel te gebruiken voor kleine rolletjes of een hele voor een dikke rol. Wil je een binnenstebuiten rol? Ook dit kan! Bedek dan 1 norivel helemaal met rijst en draai dit vel vervolgens om. Leg de vulling op de lege kant en rol op dezelfde manier dicht. 🙂
Wat je over hebt kan je de volgende dag meenemen als lunch. Mijn collega’s waren wel een tikkeltje jaloers toen ik dit op tafel toverde tijdens de lunch. Eet smakelijk!
Demi says
Wow, wat ’n plaatjes! Ze zien er prachtig uit en smaken vast en zeker ook geweldig 🙂
Claire says
Ohh wauw wat een prachtige foto! Ziet er zooo lekker uit <3
Djuli says
Wauw! Die kleuren! Ziet er echt heerlijk uit 🙂